Visie en leiderschap zijn tegenwoordig een achterhaald begrip

“Met de wijsheid van vandaag ….” Het was de inleiding die Jan Peter Balkenende standaard gebruikte als hij rekenschap aflegde van zijn daden en keuzes. Eigenlijk is dit een vreemde frase. Van leiders verwacht je toch dat ze een visie op de toekomst hebben en daar naar handelen. Als een leider niet aangeeft dat een visie onjuist is gebleken en wat de actuele visie is van waaruit keuzes worden gemaakt en wordt gehandeld, dan laat die leider zijn volgers stuurloos zwemmen.

Ook het nieuwe kabinet heeft hier last van. Het nieuwe regeerakkoord kon na een week al weer bij het grof vuil. Vervolgens kwam men op een compromis uit, dat boekhoudkundig misschien wel acceptabel was, maar waarvan het volstrekt onduidelijk was op welke visie het was gebaseerd en welke lange termijn doelstellingen er mee moesten worden gerealiseerd. Een euvel waarvan de politiek al last heeft sedert Lubbers.
Natuurlijk is er in 30 jaar veel veranderd. Ik zal de laatste zijn, die ervoor pleit het verleden te verheerlijken. Nu we echter al 30 jaar in eigenlijk dezelfde valkuil stappen, is het wel goed om toch eens van het verleden te leren, opdat we niet steeds opnieuw dezelfde fouten maken. Anders gezegd, we moeten ons de vraag stellen: “Wat is de wijsheid van morgen?”

Wat is de wijsheid van morgen?

Morgen is het verleden met daaraan een dag extra toegevoegd. In de koopkrachtplaatjes van het CPB wordt morgen althans zo beschouwd. In de plaatjes voor 2040 wordt netjes het verleden geëxtrapoleerd. Dat de wereld verandert komt er niet in voor. Alsof er in de komende 30 jaar geen ingrijpende veranderingen zullen plaatsvinden. Juist op die veranderingen zullen we moeten anticiperen door te investeren. Doen we dat niet, dan zal Europa weldra tot de derde wereld behoren. De schuldencrisis van nu draait alleen maar om geld. Geld op zich heeft echter geen waarde. Via cijfertjes kent de financiële wereld er waarde aan toe. Met de wijsheid van morgen echter, zal de crisis van nu vermoedelijk een non-probleem blijken te zijn, dat Europa echter zo heeft bezig gehouden, dat de werkelijk belangrijke ontwikkelingen werden gemist.

Europa mist leiderschap

De huidige discussie van de Europese regeringsleiders lijkt volledig los te staan van de uitdagingen voor de EU. 200, 100, 75, of 50 miljard bezuinigingen, wel of geen automatische inflatiecorrectie, maximaal 1% van het bruto nationaal inkomen, 2,5 miljard korting. Dit is het politieke debat in Europa zoals de lidstaten het voeren. Geen wonder dat de mensen zich afkeren van de EU. Wat een inhoudelijk debat zou moeten zijn over de prioriteiten voor de komende jaren, is feitelijk een banale touwtrekwedstrijd over cijfers geworden.
Het gegoochel met cijfers heeft veel weg van een spel ‘balletje-balletje’. Je denk dat je weet waar het balletje zit, maar het blijkt toch onder een ander bekertje. Je snijdt een miljard hier en claimt een miljard daar, maar waar de baten terechtkomen is onduidelijk.
Stelt u zich voor dat een bedrijf dat zou doen. Eerst de hoogte van een investering bepalen en dan pas bedenken wat er mee te doen. En aandeelhouders die eisen dat er minder geïnvesteerd gaat worden zonder een berekening te hebben van de ‘return on investment’. Ook in Europa zouden we eerst moeten kijken naar de verwachte opbrengst van onze investeringsopties, voordat we bepalen waar meer of minder geld naartoe gaat.
De Europese meerjarenbegroting is ten slotte meer dan alleen een kostenpost of rode cijfers in het nationale huishoudboekje van de staat; zij bepaalt de koers en ambitie voor de komende jaren. Dit vraagt om slimme en heldere keuzes. Keuzes waarbij de rekenmachine moet plaatsmaken voor een langetermijnvisie. Willen we bijna al het geld investeren in landbouwsubsidies en fondsen voor regionale steun of zetten we meer van onze schaarse middelen in voor duurzame energie, innovatie, ICT en essentiële infrastructuur voor meer groei en banen?

Kabinetsformatie

Ook rond de laatste kabinetsformatie ontbrak een doorwrochte integrale visie op Nederland en ging het over koopkrachtplaatjes. De vraag werpt zich op, hoe de leiders tactvol hadden kunnen omgaan met een situatie waarin er tegenstrijdige opvattingen bestaan over het gemeenschappelijke goed. Simpelweg zeggen dat verdeeldheid een kenmerk is van democratie en dat er dus compromissen gesloten moeten worden, is geen afdoende antwoord. Uitruilen en verrekenen van winst- en verliespunten leidt tot slecht beleid en garandeert geenszins dat de achterban tevreden is over het resultaat. Zoals in dit geval: van de middenklasse een fors financieel offer vragen zonder dit offer zin te geven in een groter verhaal waarin mensen zich herkennen, getuigt van een gebrek aan politieke tact. De verkiezingsuitslag had alleen maar geloofwaardig tot een VVD-PvdA-kabinet kunnen leiden, als men de moeite had genomen een gedeeld verhaal te formuleren, waarin men de grote problemen had onderkend en tegelijk een overstijgende visie had neergelegd waarin de gepolariseerde posities zouden zijn opgeheven. Maar het gesloten regeerakkoord heeft veel weg van een snel compromis tussen een kleine groep mensen, die daartoe snel en in goede harmonie hebben besloten. Hierdoor ontbreekt voeling met de achterbannen. Bovendien is het een slordig akkoord geworden: zo leken de opstellers zich niet eens bewust te zijn van de enorme financiële gevolgen die de inkomensafhankelijke zorgverzekering heeft voor de middenklasse. Terwijl de (quasi-liberale) marktwerking doorgaat, herverdeelt de overheid op een ‘socialistische’ manier de kosten daarvan die door de burger moeten worden betaald. Waardoor ze die marktwerking weer ondermijnt.

Cijfertjes of visie?

In onze postmoderne mediademocratie wordt de maatschappelijke werkelijkheid fundamenteel bepaald door beeldvorming en virtuele dynamiek. SP-leider Emile Roemer heeft het geweten. Wat hem eerder omhoog stuwde, trok hem ook weer neer. Tijd voor een volgende ronde met nieuwe winnaars en verliezers. Het kritische publiek wacht in spanning. Het is niet langer een grondige (ideologische of levensbeschouwelijke) doordenking van de complexe werkelijkheid die beslissend is voor politiek succes. Het is vooral de indruk die het publiek daarvan krijgt. Leiders en politici moeten daarom op beslissende momenten de juiste indruk maken op het tv-scherm en hun boodschap pakkend verkopen, via Twitter of Facebook, in verkiezingsshows of als gasten in praatprogramma’s.
Omdat deze ‘indrukken’ kunnen maken en breken, zijn marketing en public relations beslissend voor het politieke bedrijf. In de finale geeft het publiek zijn stem aan degene die zijn boodschap het best weet te verkopen en de meeste indruk maakt. (Zie ook ‘HINBWJZ HIBWDADDJZ’.)
Burgers dienen echter niet alleen geleefd te worden door wisselende indrukken. Ze zullen een gedeeld besef moeten hebben van een gemeenschappelijk goed en zich daarop moeten richten. Bovendien moeten ze er op kunnen vertrouwen dat hun leider in staat is dit gemeenschappelijke goed vorm te geven. Dit wil zeggen: zo dat ze zich hierin herkennen en erkend weten.

Zo dom is de burger nu ook weer niet

De burger zoekt ook wel degelijk naar leiders die in staat zijn vanuit een persoonlijk en doorleefde visie mensen voor te gaan en een nieuwe weg in te slaan. Hoe hoger de nood, hoe meer leiderschap er gevraagd wordt. De burger zit daarbij helemaal niet te wachten op een makkelijke boodschap die gelikt aan de man wordt gebracht.
Mensen beginnen zelf ook door te krijgen dat ze er veel tegenstrijdige idealen en verlangens op na houden. Dat de bomen niet meer tot in de hemel groeien. Dat het niet altijd en-en kan zijn. Dat er keuzes gemaakt moeten worden. Sinds 2008 is de tijd van grenzeloze groei en ongebreideld consumentisme voorbij. We hebben ons hoofd gestoten en ontwaken langzaam uit de roes van meer en verder. De tijd van begrenzing en een nieuw nuchter realisme is aangebroken.
Ook het pijnloos idealisme dat zo kenmerkend was voor het begin van dit millennium heeft zijn langste tijd gehad.

  • Je kunt niet én het klimaat redden én jaarlijks vrolijk de aardbol rondvliegen.
  • Je kunt Griekenland niet redden zonder dat het geld kost.

Alles heeft zijn prijs. Toch is nog niet duidelijk waar we precies naar toe moeten en welke keuzes we moeten maken. Deze verwarring hangt samen met de overgangstijd waarin we leven en het tekortschieten van ons begrip ervan. De idealen van gisteren sluiten niet aan op de realiteit van vandaag, maar we zijn nog niet goed in staat deze realiteit onder ogen te komen.

Onzekerheid over toekomstige crises

Daardoor wordt ook de ernst van de huidige situatie – vooral in economische en sociale zin – nog steeds zwaar onderschat. Wat we nodig hebben is een nieuwe visie op de vormgeving van onze samenleving, op technologische ontwikkeling, op omgang met de natuur en met de mensen en landen in de wereld om ons heen. Precies zo’n visie wordt nu van onze leiders gevraagd. Een visie op de wereld van morgen anders dan een extrapolatie van de wereld van gisteren. Ondanks alle conservatieve krachten die met populistische teksten roepen dat we terug moeten naar de wereld van gisteren, moeten we kijken naar wat we morgen nog wel kunnen. Want als we de huidige lijn voortzetten, hebben we over enkele jaren te weinig aan één aardbol om in onze behoefte te voorzien. Zolang onze leiders in Europa  enin Nederland nog onderweg zijn naar gisteren en proberen de problemen van eergisteren cijfermatig op te lossen blijft de burger zitten met een gevoel van desoriëntatie. Welke onheilsprofeten hebben gelijk en welke hebben ongelijk?
In de afgelopen eeuwen hebben de meeste onheilsprofeten ongelijk gehad. De mens bleek steeds weer oplossingen te vinden als het er echt op aan kwam. Maar het houdt natuurlijk ergens op.
De burger ziet voor zich een weg, waarvan de kwaliteit afneemt. Maar hij kan niet zien hoe de weg er nog verderop uitziet. Verder ziet hij allerlei afslagen opdoemen. Afslagen waarvan hij de bestemming niet kan duiden.
Als er geen leider opstaat met een visie op welke route te gaan, dan strompelt de burger verder op de huidige weg. Dat in het gunstigste geval. Want populistische leiders zonder visie op de toekomst vertellen dat we beter rechtsomkeert kunnen maken. En op weg moeten gaan naar een wereld, die nooit meer zal bestaan! Of ben ik met mijn vraag over visie ook onderweg naar gisteren?

 

https://zbc.nu/management/leiderschap-management/visie-tegenwoordig-een-achterhaald-begrip/

Sauvegarder cet article ?

Connexion S'inscrire